Hondsdolheid is een ziekte die wordt veroorzaakt door Lyssavirus, dat alle zoogdiersoorten, inclusief de mens, kan besmetten. Hoewel er vaccins bestaan, zijn deze niet overal gemakkelijk verkrijgbaar. Het is bewezen dat cannabis in sommige gevallen kan helpen en dat dit als behandeling zou kunnen worden overwogen, vooral in deze gebieden.
Hoewel hondsdolheid niet zomaar tussen mensen overdraagbaar is, vallen er jaarlijks wereldwijd ongeveer 60.000 doden door hondsdolheid, waarbij de overgrote meerderheid (97%) te wijten is aan beten van besmette honden. De meeste gevallen komen voor in Afrika en Azië.
Welke invloed heeft hondsdolheid op zijn gastheer?
Hondsdolheid is een voorbeeld van een niet-besmettelijke infectieziekte. Het kan worden overgedragen tussen mensen en zoogdieren (zelfs die van verschillende soorten) en deze overdracht vindt rechtstreeks via de lichaamsvloeistoffen plaats. Net als de tetanusbacterie is het hondsdolheidsvirus neurotropisch, wat betekent dat het bij voorkeur het zenuwstelsel aantast.
Het virus komt onmiddellijk na de initiële verwonding in de zenuw- of spiercellen terecht. Vervolgens ‘klimt’ het omhoog via de synaptische knooppunten van de afferente zenuwen, van de perifere zenuwuiteinden tot aan het centrale zenuwstelsel (CZS). Eenmaal aangekomen in het CZS kan het virus acute encefalitis (hersenontsteking), hydrofobie, spierkrampen en een aantal andere neurologische symptomen veroorzaken.
Voordat het vaccin werd ontwikkeld (Pasteur & Roux, 1885), waren alle gevallen van hondsdolheid bij de mens dodelijk. Zodra een patiënt de ziekteverschijnselen krijgt (wat maanden kan duren), is het nog steeds bijna altijd dodelijk. Als de verschijnselen van hondsdolheid zich eenmaal voordoen, is hondsdolheid dan ook de dodelijkste ziekte op aarde, met een sterftecijfer van 99,9 procent.. In tegenstelling tot veel andere soorten vaccins kan een hondsdolheidsvaccin tegenwoordig echter ook effectief zijn nadat iemand is gebeten.

Naast de verschillende vaccins die momenteel bestaan (zowel menselijk als niet-menselijk), zijn er verschillende behandelingsmethoden met succes toegepast tegen hondsdolheid en is de ziekte in verschillende landen uitgeroeid. Door de efficiënte profylaxe na blootstelling (PEP), die het virus vernietigt alvorens deze het CZS bereikt, is het sterftecijfer van hondsdolheid gedaald.
De geschiedenis van cannabis als hondsdolheidsbehandeling
William B. O’Shaughnessy
Dr. William B. O’Shaughnessy, de beroemde ‘vader’ van medicinale cannabis in de westerse geneeskunde, was de eerste die het gebruik van cannabis als behandeling voor hondsdolheid documenteerde. Hij constateerde in 1843 dat een patiënt die de symptomen vertoonde en later overleed, enige verlichting van zijn symptomen ondervond nadat hem cannabishars was toegediend. Deze patiënt was zelfs in staat om kleine hoeveelheden voedsel en vruchtensap te nuttigen, wat normaliter bij hondsdolheid in het laatste stadium onmogelijk wordt gemaakt door hydrofobie.
O’Shaughnessy constateerde dat de behandeling met cannabishars de sterk verhoogde polsslag van de patiënt normaliseerde, de spasmen en de transpiratie deed afnemen en een kalmerende invloed had op angsten en opwinding. Bovendien was de consumptie van voedsel en vloeistoffen mogelijk. Na vier dagen behandeling werd de patiënt echter comateus en stierf hij, zij het “zonder verdere strijd”.
John Ruxton, M.B.
In 1874 documenteerde de Britse legerchirurg John Ruxton een geval van een vijf jaar oude jongen die een maand nadat hij door een hond gebeten was, symptomen van hondsdolheid begon te vertonen. De ziekte was al in een vergevorderd stadium, waarbij het kind leed onder ernstige stuiptrekkingen, koorts, delirium en hydrofobie. Maar Ruxton behandelde hem met “een tinctuur van cannabis indica” en ondanks de late behandeling bleek het jongetje na negen dagen volledig te zijn hersteld.
Na het toedienen van de cannabistinctuur viel het kind gewoon in een diepe slaap en ontwaakte het in een duidelijk verbeterde conditie. Na de eerste dosis namen het delirium en de stuiptrekkingen af. Na de tweede dosis kon hij melk en bouillon inslikken, en na de derde dosis waren alle symptomen verdwenen, hoewel hij zwak en slaperig bleef. Het jongetje herstelde volledig in de loop van de week erna, en vier jaar later verkeerde hij nog steeds in goede gezondheid.
Ruxton constateerde dat het gebruik van cannabis alleen bedoeld was als palliatieve maatregel. Hij verbaasde zich over het herstel van het kind en trok zijn eerste diagnose in twijfel, aangezien hondsdolheid in die tijd (slechts elf jaar voor de introductie van het eerste vaccin) wereldwijd een dodelijke afloop kende.
De kenmerkende symptomen en de ziektegeschiedenis wijzen er sterk op dat de diagnose van hondsdolheid gerechtvaardigd was. Er zijn echter geen voorbeelden bekend van anderen die hetzelfde succes hebben geboekt als Ruxton, en klaarblijkelijk is dit het enige gedocumenteerde geval waarin cannabis heeft geleid tot volledige genezing. Om de werkelijke doeltreffendheid vast te stellen is verder onderzoek nodig, waarbij moderne verifieerbare methoden moeten worden gebruikt.
Zou cannabis effectief kunnen zijn tegen hondsdolheid?
Het is herhaaldelijk aangetoond dat cannabis effectief is bij de behandeling van spierspasticiteit en stuiptrekkingen. Daarom wordt medicinale cannabis nu voorgeschreven bij verschillende aandoeningen die spasticiteit of stuiptrekkingen veroorzaken, waaronder multiple sclerose, epilepsie en ruggenmergletsel.
Er zijn ook aanwijzingen dat cannabis kan helpen voor het beheersen van spasticiteit bij de ziekte van Parkinson, hersenverlamming en amyotrofische laterale sclerose (ALS, ook bekend als de motorneuronziekte, of de ziekte van Lou Gehrig). Het lijkt erop dat cannabis een zekere invloed heeft op al deze aandoeningen, ondanks het feit dat ze zich op verschillende manieren voordoen.
ALS-gerelateerde spasticiteit treedt bijvoorbeeld op als gevolg van laesies op de bovenste motorneuronen, maar MS-gerelateerde spasticiteit treedt op als gevolg van het geleidelijk uiteenvallen van de myelinescheden die de motorneuronen omgeven. Van alle bekende cannabinoïden lijkt vooral cannabidiol een krampstillende en anticonvulsieve werking te hebben bij zowel menselijke als dierlijke studies.
Het complexe mechanisme dat daarbij een rol speelt, is echter nog niet helemaal duidelijk.
Het “Milwaukee Protocol”
Het geval van de Amerikaanse tiener Jeanna Giese, die in 2004 hondsdolheid overleefde hoewel zij niet gevaccineerd was, biedt eveneens een potentieel interessante mogelijkheid. Giese werd in een medisch geïnduceerde coma gebracht, waarna ketamine, midazolam, ribavirine en amantadine werden toegediend. Deze behandeling (zij het met enkele latere aanpassingen) wordt sindsdien het “Milwaukee Protocol” genoemd.
De behandeling werd voortgezet op basis van de aanname van de arts dat een tijdelijke hersenafwijking de schadelijke effecten van hondsdolheid veroorzaakt. Hij was van mening dat als de hersenfunctie tijdelijk zou kunnen worden vertraagd of gestopt, het immuunsysteem tijd zou hebben om het virus te verslaan en de hersenen beschermd zouden zijn tegen schade.
De behandeling was succesvol, hoewel Giese niet in staat was om te lopen of in evenwicht te blijven en dit opnieuw moest leren.

Cannabis-geïnduceerde stupor & coma
Het kan zijn dat de “diepe slaap” van de eerder genoemde jongen die in 1874 door John Ruxton werd behandeld, ook verantwoordelijk was voor het verdwijnen van de symptomen en het herstel. De kalmerende en hypnotische effecten van cannabis zijn alom bekend, maar het is niet duidelijk of de hersenfunctie door cannabis voldoende kan worden vertraagd om te voorkomen dat hondsdolheid schade aan kan richten.
Er is echter wel enig bewijs dat cannabis inderdaad kan leiden tot stupor, een toestand waarin iemand bijna volledig immobiel is en niet reageert op prikkels, en bij jonge kinderen zelfs tot een coma.
In 2010 bleef een 14-maanden oud kind na inname van cannabis 48 uur lang in coma. In dit geval werd aangetoond dat haar prognose verbeterde naarmate het THC metabolietgehalte in haar urine daalde.
In 2011 raakte een kind van 18 maanden oud in een onverklaarbare coma en later bleek het cannabis te hebben binnengekregen.
In 2012 raakte een 16-maanden oud kind in coma na blootstelling aan cannabisrook. Er werd ontdekt dat het THC-gehalte in zijn urine en het serum respectievelijk 230 ng/ml en 112 ng/ml bedroegen, veel hoger dan de normale waarden die worden waargenomen bij passieve cannabisrokers (50 & 30 ng/ml). Na de behandeling met nasale zuurstof en intraveneuze vloeistoffen herstelde het kind volledig.
Waar het nodig wordt geacht, wordt coma meestal geïnduceerd door het toedienen van een barbituraat zoals thiopental of pentobarbital, dat de hersenbloeding vertraagt en de stofwisselingssnelheid van het hersenweefsel vermindert. Het is aangetoond dat bij onervaren cannabisgebruikers de hersendoorbloeding beduidend meer wordt vertraagd bij het gebruik van cannabis dan bij het gebruik van een placebo, hoewel de totale metabole veranderingen kunnen variëren..
Zou cannabis deel kunnen uitmaken van hondsdolheidsprogramma’s?
Bij volwassenen lijkt het erop dat cannabis niet meer kan bieden dan palliatieve zorg. Er zijn echter wel aanwijzingen dat medicinale cannabis effectiever zou kunnen zijn bij de behandeling van symptomatische hondsdolheid bij kinderen dan bij volwassenen. Het is aangetoond dat het bij kinderen een blijkbaar reversibele coma veroorzaakt, die op lange termijn geen nadelige gevolgen heeft en die door zijn neurobeschermende werking in staat is om hersenbeschadiging door hondsdolheid te voorkomen.
Hoewel alle bevolkingsgroepen vatbaar zijn voor hondsdolheid, komt de ziekte het meest voor bij kinderen van vijftien jaar en jonger. Wereldwijd behoort dan ook 40% van de sterfgevallen door hondsdolheid tot deze leeftijdsgroep. De meeste gevallen van hondsdolheid komen nu voor in Afrika en Azië, gebieden die ook veel cannabis produceren.
Als er goedkope behandelingen zouden kunnen worden ontwikkeld op basis van cannabis, zouden deze zeer interessant kunnen zijn in landen waar de gezondheidszorgsystemen niet voldoende zijn ontwikkeld om universele vaccinatie- en profylactische regimes na blootstelling in te voeren.
In dergelijke landen zullen de besmette personen onvermijdelijk sneller de symptomen van de ziekte vertonen. Daarom is het belang van het ontwikkelen van behandeling in plaats van preventie daar veel groter dan in landen met de luxe van een universele vaccinatie.
- Disclaimer:Dit artikel kan niet ter vervanging worden gebruikt voor professioneel medisch advies, een diagnose of behandeling. Neem altijd contact op met uw arts of andere bevoegde deskundigen. Stel het vragen van medisch advies niet uit en negeer medisch advies niet naar aanleiding van wat u heeft gelezen op deze website.