Ze wordt liefkozend ‘prinses Oekok’ genoemd, naar de plaats in het Altajgebergte waar ze werd begraven en vervolgens weer ontdekt. Het 2500 jaar oude, in het ijs bewaard gebleven lichaam van een jonge vrouw van midden twintig baarde groot opzien in archeologische kringen – ook in de cannabisgemeenschap – mede door het overtuigende bewijs voor haar medicinale-cannabisgebruik. De tombe van de zogenaamde prinses Oekok werd in 1993 ontdekt op het Oekokplateau, een vlak stuk grasland in het hart van de republiek Altaj, dat in het zuidwesten van Siberië tegen de grens met China en Mongolië ligt. Russische archeologen deden hun ontdekking tijdens een opgraving in de Pazyrykvallei, een laaggelegen deel van het plateau, tegelijk met tientallen andere tombes – die in het plaatselijke dialect ‘koergans’ genoemd worden – en voorwerpen uit die tijd. Naar aanleiding van deze vondsten heeft men de ijzertijdgemeenschap die van de zesde tot de derde eeuw v. Chr. in de regio woonde, nu de Pazyrykcultuur gedoopt en Prinses Oekok was klaarblijkelijk een vooraanstaand lid van deze gemeenschap.
De ‘prinses’ wordt ook vaak de Siberische IJsmaagd, Devochka of Ochi-Bala genoemd. De tweede naam betekent simpelweg ‘meisje’ in het Russisch, terwijl de laatste naam de naam van een krijgshaftige jageres uit het Altaïsche heldenepos is. Dit epos maakt een belangrijk deel uit van de orale traditie van de Turkse volkeren in Noordwest-Azië.