De grootst mogelijke oogst in de kleinst mogelijke kweekruimte; dat is waar het in essentie om gaat bij een microkweek. En de cannabisplant blijkt daar enorm voor geschikt. Ideaal als je geen ruimte of groot budget hebt voor een kweekruimte. Of misschien ben je wel toe aan een leuk experiment? In dit artikel lees je alles over microkweken.
Hoewel cannabisnormalisatie en –legalisatie wereldwijd in een stroomversnelling zitten, is schone, kwalitatief goede cannabis niet overal vanzelfsprekend. Jammer, want deugdelijke kwaliteit is essentieel voor de gezondheid, zeker bij medicinaal gebruik.
De enige manier om zeker te zijn over de afkomst en kwaliteit van cannabis, is door het zelf te telen. Maar niet iedereen beschikt over voldoende ruimte of budget om een goede kweekruimte in te richten. En als het buiten ook niet kan wegens een ongunstig klimaat, omdat je buren het niet accepteren of omdat de wet het absoluut niet toestaat, ben je totaal afhankelijk van anderen. Gelukkig is er meer mogelijk met de cannabisplant dan je denkt. Heb je wel eens gehoord over microkweken?
Wat is een microkweek?
Het voordeel van indoor cannabis kweken is de controle op het kweekproces. In een kweekruimte kunnen bijna alle omstandigheden worden geoptimaliseerd. De cannabisplant groeit en bloeit dan in een perfecte omgeving. Ja, buiten in de open grond kan een plant heel groot worden, want een pot belemmert immers de wortelvorming. Maar tegelijkertijd heb je buiten geen controle over het klimaat en binnen wel. Binnen heb je volledige heerschappij over het licht, de temperatuur, luchtcirculatie en -vochtigheid, en natuurlijk water en voeding. Deze optimale omstandigheden zijn essentieel voor een gezonde plant en natuurlijk ook voor een deugdelijke opbrengst.
Een microkweek is min of meer hetzelfde als een normale indoor kweek. Er is alleen een grote limiterende factor: de beschikbare ruimte. Die is veel kleiner. Stukken kleiner! Denk aan een computerkast, een oude luidsprekerbox of een kleine zelfgemaakt kweekkast. Het is de uitdaging om in die kleine ruimte de optimale omstandigheden te creëren waarin zo veel mogelijk planten kunnen groeien. Of één plant tot haar maximale grootte, binnen de grenzen van de microkweekruimte.
Cannabisplanten en technieken tijdens een microkweek
Hoeveel planten in een microkweekruimte passen hangt af van de grootte van de ruimte en het gekozen cannabissoort. Ook het gebruik van kweektechnieken om de grootte te beïnvloeden is bepalend.
In microkweekruimtes verdient het de voorkeur om voor een indica-dominante soort te kiezen. Zoals bijvoorbeeld onze Northern Lights of Hindu Kush. Indica’s blijven korter ten opzichte van sativa’s. Tevens neemt de lengte van een indica tijdens de bloeifase met 50 tot 100% toe terwijl sativa’s wel 200 tot 300% in hoogte toenemen. Dus als een indica in bloei wordt gezet als ze bijna halverwege de kweekruimte is, is de kans groot dat ze net onder het plafond eindigt.
Een cannabisplant zet je in bloei door het aantal uren licht per dag ineens te verkorten van 18 naar 12 uur. Lees meer over het in de bloei zetten van cannabisplanten in dit artikel.
Een goed alternatief zijn autoflowers. Deze soorten blijven hoe dan ook wat kleiner. Ze zijn overigens niet gevoelig voor het aantal lichturen om de bloeifase te activeren en kunnen de hele cyclus onder 18 uur licht per dag staan.
Hoeveelheid aarde voor een cannabisplant
Maar er zijn meer foefjes om het formaat van de plant te sturen. De meeste planten en bomen hebben onder de grond net zoveel volume als boven de grond. Dat geldt ook voor de cannabisplant. De hoeveelheid aarde waarover de platen beschikken heeft grote invloed op de grootte. De beschikbare ruimte voor aarde is sowieso al beperkt in een microkweek, maar om een indruk te geven volgt hier een lijstje met gemiddelden:
- +/- 0,5 liter: planthoogte tot 13 centimeter
- +/- 2 tot 3 liter: planthoogte tot 30 centimeter
- +/- 5 liter: planthoogte tot 60 centimeter
- +/- 12 liter of meer: gemiddelde planthoogte
Toppen, FIM en supercropping
Drie technieken die invloed hebben op het formaat van de plant zijn toppen, FIM en supercropping. Met deze technieken kan je de hoogte van de plant beïnvloeden zodat een meer struikachtige vorm ontstaat.
Bij toppen knip of snijd je de bovenste scheut van de hoofdstam weg. Hierdoor wordt de plant gestimuleerd om twee nieuwe scheuten te maken. In plaats van een scheut die recht omhoog groeit, groeien er nu twee opzij. En aan die tweede scheut groeien extra bloemen, dus meer opbrengst.
FIM staat voor ‘Fuck I Missed’. Het verhaal gaat dat iemand de toppen-techniek niet goed uitvoerde en de scheut te hoog afknipte. Als deze techniek helemaal correct wordt uitgevoerd ontstaan naast de twee nieuwe scheuten ook extra zijtakken die meer opbrengt genereren.
Supercropping lijkt op toppen. Maar in plaats van het verwijderen van een scheut, wordt de hoofdstam aan de bovenkant dubbelgevouwen totdat het binnenste van de steel knakt. De plant ‘denkt’ dat de hoofdstam weg is waarna haar aandacht volledig naar de onderliggende takken gaat. Uiteindelijk herstelt de geknakte hoofdstam, maar die zal niet meer zo hoog groeien.
Lees hier meer over toppen, FIM en supercropping.
Screen of green
Net als toppen, FIM en supercropping is de Screen of Green-techniek (SCROG) ontstaan uit de wens om meer opbrengst van een plant te halen. Het hoofddoel van SCROG is een gelijkmatige lichtverdeling op alle bloemen. Maar SCROG is ook een goede methode om de plantlengte te controleren.
Bij de SCROG-techniek wordt een gaas geplaatst tussen de aarde en de lichtbron. Denk hierbij aan kippengaas of iets vergelijkbaars. Zodra de stam en takken door het scherm groeien, worden die met garen aan het gaas gebonden zodat ze niet verder omhoog groeien. Ze worden daarentegen over het scherm geleid. Hierdoor ontstaat een scherm vol takken en toppen die allemaal op dezelfde hoogte blijven. Een goede manier om de lengte te controleren en alle toppen krijgen evenveel licht wat de opbrengst ten goede komt.
Licht in een microkweekruimte
Om te kunnen groeien heeft een cannabisplant licht, lucht en water nodig. Dus ook al is de kast klein, er moet een lamp aanwezig zijn voor licht en warmte. Tevens is een timer op het licht essentieel om de bloeifase te starten, door van 18 naar 12 uur licht per dag te gaan (geldt niet voor autoflowers). De lichtbron kan niet te groot zijn en te veel wattage hebben. Een hoog wattage zorgt voor te veel warmte in de kleine kweekruimte. Hang sowieso een thermostaat in de kweekruimte. Bij microkweken zijn vooral TL, CFL (spaarlamp), HPI- en HPS-lampen met een heel laag wattage en ledlampen populair.
TL-verlichting en spaarlampen
TL-buizen zijn goedkoop, hebben een goede lichtopbrengst en door het formaat verspreiden ze het licht goed. Tevens is TL verkrijgbaar in verschillende lichtkleuren. Een plant in de groei heeft namelijk wat meer behoefte aan blauw licht terwijl een plant in de bloei wat meer rood licht wil. Neutraal licht en warm wit zijn gangbare kleuren bij TL en voorzien in deze behoefte.
Qua wattage is 400 tot 450 Watt per vierkante meter nodig. Dus bij een microkweekruimte van bijvoorbeeld 60 x 40 cm (0,25 vierkante meter) en TL-buizen van 18 Watt, zijn 6 buizen nodig. Voor extra lichtopbrengst is het verstandig om het plafond te laten reflecteren zodat de lichtopbrengst geheel ten goede komt aan de planten. En plaats de VSA’s buiten de kast zodat het niet te warm wordt.
Lees hier meer over enkele verschillende lichtopties in een kweekruimte.
Spaarlampen zijn vrijwel hetzelfde als TL’s. Er zijn een paar grote verschillen. De VSA’s zijn ingebouwd en het glas van de lamp is opgevouwen. Tevens is het aanbod lichtkleuren beperkt.
HPI en HPS
HPI- en HPS-lampen zijn al jaren favoriet bij binnenkwekers. Dat komt omdat ze een hoge lichtopbrengst hebben. Je kan deze conventionele kweeklampen ook in microkweekruimtes gebruiken, maar het is niet ideaal. De lagere wattages zijn lastiger te krijgen en ze worden heel warm. Hierdoor kunnen de planten niet te dicht op de lampen staan. Dit kost ruimte, en dat is juist niet de bedoeling bij een microkweek.
LED
Over ledverlichting valt veel te schrijven. Voor dit artikel is het slechts goed om te weten dat led ideaal is voor allerlei lichtkleuren. Het neemt weinig ruimte in en wordt niet heel heet, dus de planten kunnen er dicht tegenaan staan. Echter is een goede ledkweeklamp prijzig en daarom niet zo rendabel voor een microkweek.
Lees hier wat kwekers vinden van het verschil tussen HPS en LED.
Water en lucht
De aanvoer van water en lucht vereist ook creativiteit. Water is bron van leven. Maar planten hebben ook verse lucht nodig. En als de lucht te warm wordt door de lampen moet die worden afgevoerd.
Hou bij het bouwen van een microkweekruimte rekening met de watertoevoer. Water geven van bovenaf is op een gegeven moment heel onhandig, omdat de kast vol staat met groene toppen. Dit is zeker geval bij de SCROG-techniek. Bij een microkweek is het daarom raadzaam de kast zo te bouwen dat alles via de zijkant benaderbaar is. En als je nog meer uitdaging wilt: er zijn ook hele kleine hydrosystemen op de markt.
De doorstroom van verse lucht is ook essentieel. Maar een tafelventilator in een microkweekruimte is niet mogelijk. Een veelgebruikte oplossing is het toepassen van twee (of meer) computerventilatoren. Plaats de aanvoerventilator aan de ene kant en de afvoer aan de andere kant van de kast. De aanvoer zit altijd zo laag mogelijk, en de afvoer hoog aan de bovenkant van de kast.
We hopen dat dit artikel een indruk geeft over enkele belangrijke aandachtspunten bij een microkweek. Het is vooral belangrijk dat de kweker beseft dat de eerste kweken in een microkweekruimte experimenteel zijn. Neem de tijd om ervaring op te doen. Vind plezier in het uitvinden welke combinatie cannabissoorten, kweekbenodigdheden en kweektechnieken werken voor jou. De beloning is hoe dan ook een leerzame en leuke ervaring met de wonderbaarlijke mogelijkheden die de cannabisplant biedt.
- Disclaimer:Wet- en regelgeving omtrent cannabisteelt verschilt vaak per land. Sensi Seeds raadt u daarom dan ook aan om de lokale wet- en regelgeving na te gaan. Handel niet in strijd met de wet.