Anatomie van de cannabisplant: van wortels tot stampers

Hoewel de meeste cannabisplanten gekweekt worden voor hun toppen of bloemen, zijn er meer onderdelen die de cannabis plant maken tot wat ze is. Wat zijn de verschillende delen van de cannabisplant en hun functies, en waaruit bestaat de anatomie van de cannabisplant?

In de natuur zijn cannabisplanten éénjarige bloeiende planten. Dit betekent dat ze hun levenscyclus, van ontkieming tot zaadproductie, in één jaar voltooien.

Binnenshuis kunnen cannabisplanten echter langer dan een jaar overleven als ze onder gecontroleerde omstandigheden gekweekt worden. Als je ze gezond en in een constante groeifase houdt, kunnen ze gemakkelijk enkele jaren leven. “Moederplanten“, waarvan je stekken of klonen neemt, leven vaak langer dan een jaar.

Cannabis is meestal een tweehuizige plant, dat wil zeggen dat de planten zowel vrouwelijk als mannelijk kunnen zijn. Soms komen echter eenhuizige planten voor, die vaak hermafrodieten worden genoemd, omdat ze zowel mannelijke als vrouwelijke delen hebben. Bij moderne genetica, en steeds meer aangetroffen bij gefeminiseerde zaden, is dit te wijten aan geïnduceerde stress of onstabiele genetica.

De meeste mensen die geen cannabiskweker zijn, kennen maar twee delen van de cannabisplant: de toppen (of bloemen) en de iconische bladeren. Maar cannabis bestaat, net als alle andere planten, uit veel meer botanische elementen.

Hier volgen, van onder naar boven, de basisonderdelen van de cannabisplant met hun functies:

Zaden

Cannabiszaden zijn zowel het begin als het einde van de levenscyclus van de cannabisplant. Van nature ontstaan cannabisplanten uit zaad en eindigt hun levenscyclus als de plant volgroeide zaden heeft voortgebracht. Cannabisplanten die uit zaad gekweekt worden groeien sneller, zijn sterker, geven een grotere opbrengst en zijn van betere kwaliteit dan planten die uit klonen of weefselkweek geteeld worden.

Cannabiszaden vormen zich in vrouwelijke bloemen. Na bestuiving en succesvolle bevruchting vormt de plant een zygote, die uit één cel bestaat. Door celdeling en cellulaire voortplanting vormt het uiteindelijk een meercellig embryo. Na de bestuiving duurt het ongeveer 30-45 dagen voor de zaden volledig rijp zijn.

Het embryo bestaat uit een embryonale wortel, ook wel kiemwortel genoemd, een embryonale scheut en twee zaadlobben. De embryonale wortel vormt eerst de hoofdwortel, de penwortel genoemd, waaruit zich de wortelkluit vertakt en vormt.

De embryonale scheut, ook wel de scheutpunt genoemd, vormt de steel van de cannabisplant. En het zijn de kleine zaadlobben die voor fotosynthese zorgen en de voedingsstoffen leveren voor de zaailing om te groeien.

Reguliere en gefeminiseerde zaden

Natuurlijk zal de mannelijke plant de vrouwelijke bestuiven, en de vrouwelijke plant zal zaden voortbrengen. Deze zaden brengen ofwel mannelijke ofwel vrouwelijke planten voort, ruwweg in de verhouding van 50%, en dat worden reguliere zaden genoemd.

Maar cannabiszaden kunnen ook gefeminiseerd worden, zodat ze alleen vrouwelijke planten voortbrengen. Om gefeminiseerde zaden te maken, hebben kwekers en telers de mannelijke plant niet eens nodig. Door stress op te wekken, meestal door de lichtcyclus tijdens de bloeifase te onderbreken of oplossingen zoals colloïdaal zilver of zilverthiosulfaat te gebruiken, kunnen ze de productie van stuifmeelzakjes op vrouwelijke planten op gang brengen.

Omdat deze stuifmeelzakjes op vrouwelijke planten worden ontwikkeld, dragen ze alleen vrouwelijke genen. Als dit stuifmeel op een andere vrouwelijke plant wordt overgebracht, zullen de daaruit voortkomende zaden bijna altijd vrouwelijke planten voortbrengen.

Het meest gangbare gebruik van gefeminiseerde zaden is bij autoflower soorten. Als je nieuwsgierig bent en er meer over te weten wil komen, kan dat hier.

Wortels

Hoewel de bovengrondse delen de meeste aandacht en bewondering krijgen, zijn de wortels het belangrijkste deel van de cannabisplant. Niet alleen zorgen ze voor verankering en stabiliteit van de plant, maar ze geven de hele plant ook voeding.

Beginnend bij de embryonale wortel begint het wortelstelsel zich te ontwikkelen. Als de hoofdwortelstreng of penwortel gegroeid is, vertakken de latere wortels zich en vormen een wortelstelsel, dat soms een wortelkluit genoemd wordt.

De twee meest essentiële functies van de wortels zijn de plant van water, voedingsstoffen en zuurstof te voorzien en de in de bladeren opgeslagen suiker naar de rhizosfeer te vervoeren. Als de suiker eenmaal naar de bodem gebracht is, zetten bacteriën en andere nuttige organismen, zoals schimmels en wormen, deze suiker om in bruikbaar voedsel voor de plant.

Hetzelfde gebeurt met voedingsstoffen die aan organisch materiaal vastzitten. Ze moeten eerst afgebroken worden, zodat de wortels ze kunnen opnemen en naar boven in de plant kunnen overbrengen.

Het bovenste deel van het wortelstelsel wordt ook wel de wortelkroon genoemd. De wortelkroon is het deel van het wortelstelsel waar het weefsel begint te veranderen van wortel in steel. Deze wortels zijn taaier, groter en sterker door de veranderingen in het vaatstelsel en het contact met lucht en zuurstof.

Steel

De steel of hoofdstengel verbindt de wortels met de andere delen van de plant. De belangrijkste onderdelen van de steel zitten er binnenin en vormen het vaatstelsel, dat bestaat uit het xyleem en het floëem.

Het xyleem is verantwoordelijk voor het transport van water, mineralen en voedingsstoffen van de wortels naar de bladeren, takken en toppen.

Het floëem vervoert suikers, eiwitten en andere organische verbindingen die bij de fotosynthese ontstaan naar de wortels en andere delen van de plant.

De functie van de steel is de plant structuur en stabiliteit te geven. Naarmate hij groeit, wordt hij dikker en langgerekter.

Knopen en internodiën

Knopen zijn de plaatsen waar de takken of stengels van de bladeren uit de steel en andere takken ontspringen. Internodiën of internodiale afstanden zijn simpelweg de afstanden tussen de afzonderlijke knopen.

De afstand tussen de knopen is vooral genetisch bepaald. Indica-dominante planten hebben de neiging smallere knopen te hebben, terwijl sativa-dominante planten geneigd zijn grotere internodiën te hebben.

Internodiën kunnen ook gemanipuleerd worden door de verlichting binnenshuis te verlagen of te verhogen. Hoe dichter de lichtbron bij een plant staat, hoe kleiner de internodiën.

Steunblaadje

Steunblaadjes verschijnen op de knopen, meestal in paren, maar ze kunnen ook afzonderlijk groeien. Ze zien eruit als kleine, dunne blaadjes of dolkjes en kunnen vaak verward worden met stampers en tekenen van voorbloei.

De precieze rol van steunblaadjes bij cannabis is onbekend, hoewel sommige plantkundigen menen dat ze dienen om jonge, pas gevormde bladeren te beschermen. Bij andere planten groeien de steunblaadjes meestal uit tot doornen.

Takken

Samen met de steel vormen de takken de structuur van de hele plant. Ze zijn bedekt met bladeren en later met bloemen en vormen een dicht bladerdek. Afhankelijk van genetica en training heeft de cannabisplant meer of minder latere vertakkingen. Daarom zijn sommige planten breder en bossiger, en hebben andere meer de vorm van een kerstboom.

Stelen en takken bestaan hoofdzakelijk uit plantaardige cellulose en kalk. De takken bevatten ook xyleem, dat voedsel en voedingsstoffen van de wortels via de hoofdsteel naar de bladeren en bloemen transporteert.

Bladeren

De iconische gekartelde bladeren van cannabis zijn de bekendste onderdelen van de cannabisplant. Hun voornaamste functie is de fotosynthese en het opslaan van suiker of voedsel voor de plant. Beschouw ze als organische zonnepanelen die de hele plant van energie voorzien.

De bladeren van de cannabisplant zijn handvormig of in de vorm van een gespreide hand, wat betekent dat ze verdeeld zijn in vingerachtige lobben die zich vanuit de basis van het blad uitspreiden. De randen zijn vaak gekarteld, en de bladeren groeien meestal in afwisselend tegenover elkaar liggende paren.

De vorm van de bladeren kan variëren, hetzij door genetica, zoals bij de cultivars als Freakshow of Duckfoot, hetzij door mutaties, zoals variatie.

Verschil sativa/indica

Hoewel de sativa/indica onderscheiding steeds meer verouderd raakt, vooral op het gebied van de effecten van cannabis, is ze nog redelijk van toepassing wat morfologie betreft.

Sativabladeren zijn dunner, lichter, en hebben de neiging uit meer blaadjes of vingers te bestaan, terwijl indicabladeren dikker, donkerder en vetter zijn, en meestal minder vingers hebben. Dit is eenvoudigweg een genetische weerspiegeling van de omstandigheden waarin ze gecreëerd werden. Sativagenetica ontstaat dichter bij de evenaar, in streken met hogere temperaturen, hogere vochtigheid en veel zonlicht.

Indicagenetica is afkomstig uit ruigere, bergachtige streken met sterkere winden en een ruwer klimaat. Om minder zonlicht te compenseren evolueerden de bladeren tot dikkere, vettere bladeren met veel grotere oppervlakten.

Hoewel alle cannabisbladeren dezelfde functie vervullen, zijn er toch enkele subtiele verschillen in hun uiterlijk:

Zaadlobben

De zaadlobben zijn de eerste delen van de cannabisplant die boven de grond verschijnen. Omdat ze al chlorofyl bevatten, synthetiseren ze CO2, water en zonlicht tot suikers en voedingsstoffen die de jonge zaailing nodig heeft om te groeien.

De zaadlobben verschijnen meestal in paren, maar het is niet ongewoon dat er een extra derde blaadje bij komt. In tegenstelling tot alle andere bladeren zijn ze niet gekarteld. Nadat ze een klein beetje gegroeid zijn, verschijnen in het midden een paar echte bladeren.

Zodra de plant alle opgeslagen voedingsstoffen in de zaadlobben opgebruikt heeft, verkleuren ze en vallen ze af.

Waaierbladeren

Hoewel het eerste paar echte bladeren maar één lob of vinger heeft, hebben ze karakteristieke gekartelde randen en een spitse punt. Met elke nieuwe knoop die groeit, neemt het aantal blaadjes of bladvingers toe tot ze hun maximum bereiken.

Waaierbladeren zijn doorgaans het grootste deel van de cannabisplant. Ze bevatten niet veel cannabinoïden of terpenen en zijn niet bedekt met trichomen zoals suikerbladeren. Maar waaierbladeren zijn een essentieel onderdeel van elke cannabisplant.

Hun voornaamste functie is het opslaan van water, het opvangen van zonlicht en het produceren van voedsel door fotosynthese. Ze zijn ook een goede indicator van de gezondheid van de plant. Elk tekort aan voedingsstoffen, droogte of overbewatering, aantasting door ongedierte of tekenen van ziekte of stress zullen als eerste op de bladeren te zien zijn.

Tekenen van verkleuring, verwelking of mechanische beschadiging van de bladeren wijzen erop dat er iets mis is met de plant. Houd de bladeren goed in de gaten om de gezondheid van je plant te verzekeren.

De huidmondjes bevinden zich aan de onderkant van de bladeren. Hun taak is te zorgen voor de uitwisseling van waterdamp, zuurstof en kooldioxide tussen de omgeving en de plant.

Suikerbladeren

Suikerbladeren is een naam voor de bladeren die uit de cannabisbloemen groeien. Ze danken hun naam aan de trichoomklieren, die op deze bladeren prominenter aanwezig zijn dan op andere bladeren. Ze hebben ook een hogere concentratie cannabinoïden en terpenen.

Hoewel ze nog steeds dezelfde functie vervullen als andere bladeren, is hun uiterlijk iets anders. Ze zijn dunner, hebben minder vingers, en hun vorm lijkt meer op die van een speer.

Eerste geslachtskenmerken

Cannabis is een tweehuizige soort, wat betekent dat er mannelijke en vrouwelijke planten zijn. Met moderne genetica, meestal als gevolg van stress of onstabiele genetica, kunnen cannabisplanten ook hermafrodiet zijn. Dit betekent dat ze aan dezelfde plant vrouwelijke en mannelijke voortplantingsorganen vormen.

Naarmate de cannabisplant rijper wordt en de bloeifase nadert, verschijnen de eerste geslachtskenmerken of “voorbloeiers”. Voorbloeiers zijn nog maar het begin van de vrouwelijke of mannelijke geslachtsorganen. Zowel de vrouwelijke als de mannelijke geslachtsorganen verschijnen op de knopen of daar waar de takken aan de hoofdsteel samenkomen.

Vrouwelijke planten hebben kleine peervormige geslachtsorganen met witte haartjes die uit de schutbladeren groeien. Mannelijke planten hebben vollere, bolvormige geslachtsorganen waaruit geen haartjes groeien.

Meeldraden – de mannelijke voortplantingsorganen

Mannelijke cannabisplanten hebben geen bloemen. In plaats daarvan hebben ze stuifmeelzakjes in de vorm van kleine balletjes of eitjes, meestal zo’n 5 millimeter groot, die stuifmeelkorrels bevatten. De meeldraad bestaat uit de stuifmeelzakjes of “helmknoppen” en de helmdraad waarmee de helmknoppen aan de plant vastzitten.

Als de mannelijke plant volgroeid is, gaan de helmknoppen open en laten het stuifmeel los in de lucht en de omgeving. Als het stuifmeel op de stampers van een vrouwelijke plant terechtkomt, begint de vrouwelijke plant zaden te produceren en zich voort te planten.

Bloemen

Bloemen of “toppen” zijn de onderdelen van de plant die de meeste cannabinoïden bevatten en zijn de reden waarom de meeste mensen cannabisplanten kweken. Hun voornaamste functie is het verzamelen van stuifmeel en het produceren van zaden. Meestal willen kwekers voorkomen dat dit gebeurt. Bestuiving zou de energie van de planten verplaatsen naar de productie van zaden en de kwaliteit van de bloemen bederven.

Hoewel toppen eruit zien als compacte structuren, bestaan ze uit clusters van vele kleinere delen:

Schutbladeren

Schutbladeren zijn klein en traanvormig, en zijn vervormde bladeren die, samen met de steelbladeren, de zaaddoos omsluiten en beschermen. Ze bevinden zich aan de basis van de bloem en verschijnen vlak voor de bloeifase.

Hun grootte, vorm en kleur kunnen van cultivar tot cultivar verschillen. Meestal zijn ze echter tussen de 2 en 6 millimeter breed, en hun kleur kan variëren van groen tot paars, magenta, rood, of blauw.

Als de vrouwelijke plant bestoven is, veranderen de schutbladeren in een primitieve eierstok of zaadincubator. Ze beschermen de zaden terwijl die groeien en rijpen en laten uiteindelijk los.

De schutbladeren hebben de hoogste dichtheid van harsklieren van alle delen van de cannabisbloem. Zij zijn verantwoordelijk voor het merendeel van het gewicht en de cannabinoïden en terpenen in cannabistoppen.

Kelk

Veel kwekers en schrijvers noemen de schutbladeren kelken, maar dit is onjuist. Vrouwelijke cannabisbloemen hebben een bloemdek, maar ze hebben geen welomlijnde kelk. Het bloemdek maakt deel uit van het bloembekleedsel, een doorzichtige laag van teer weefsel dat de eicel gedeeltelijk bedekt.

Stampers en stigma’s

Stampers en stigma’s zijn de vrouwelijke voortplantingsorganen van de cannabisplant. De stampers zijn ovale organen met een enkele eicel, omsloten door steelbladeren en schutbladeren, en twee haarachtige uitlopers die aan het uiteinde groeien en stigma’s genoemd worden.

De stigma’s zijn de organen waarmee het stuifmeel opgevangen wordt. In het begin zijn ze recht en wit. Naarmate de plant en haar bloemen rijper worden, beginnen de stigma’s te krommen en van kleur te veranderen. De kleur gaat meestal van wit naar geel en dan naar bruin.

Veel kwekers noemen de stigma’s – ook ten onrechte – de stamper. De stamper is echter het hele voortplantingsorgaan, inclusief de twee stigma’s.

Cola

De cola is de belangrijkste top van de plant, de bovenste bloem op de hoofdstengel. Net zoals de bloem uit vele kleinere delen bestaat, is de cola een cluster van verschillende bloemvormingen die samen gegroepeerd zijn. De cola is de grootste en zwaarste bloem van de plant.

“Popcorn”-toppen

Popcorntoppen is de naam die gegeven wordt aan kleinere bloemen die je gewoonlijk in het onderste deel van de plant of onderaan de vertakking vindt. Omdat deze plantendelen niet zo veel licht krijgen als de bovenste delen, hebben ze de neiging minder hars te produceren en zijn ze minder sterk.

Trichomen

Trichomen zijn kleine paddestoelvormige harsklieren die op kleine kristallen lijken en de toppen en suikerbladeren bedekken. Hoewel de meeste trichomen op de toppen zitten, hebben de stelen, takken en bladeren ook trichomen.

Zowel mannelijke als vrouwelijke cannabisplanten hebben trichomen. Ze produceren alle fytochemische stoffen in cannabis, zoals cannabinoïden, terpenen, en flavonoïden.

Trichomen kunnen variëren in vorm en grootte, en er zijn verschillende soorten trichomen:

  • Capitate-stalked trichomen 100 µm        
  • Cystolithic trichomen 50 µm
  • Capitate-sessile trichomen 20 µm
  • Bolvormige trichomen 10 µm

Alle delen van de cannabisplant hebben een functie en nut. Van ontkiemen, via de groeifase, tot de bloeifase, dragen ze allemaal hun steentje bij om uiteindelijk de beste oogst te produceren. We hopen dat je de anatomie van de cannabisplant nu beter begrijpt, zowel alle verschillende onderdelen als hun functies. 

  • Disclaimer:
    Wet- en regelgeving omtrent cannabisteelt verschilt vaak per land. Sensi Seeds raadt u daarom dan ook aan om de lokale wet- en regelgeving na te gaan. Handel niet in strijd met de wet.

Comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Auteur

  • Profile-image

    Sensi Seeds

    De redactie van Sensi Seeds bestaat uit botanici, medische en juridische experts, plus gerenommeerde activisten zoals Dr. Lester Grinspoon, Micha Knodt, Robert Connell Clarke, Maurice Veldman, Sebastian Marincolo, James Burton en Seshata.
    Meer over deze auteur
Scroll naar top