Overheden en de algemene publieke opinie mogen zich dan traag ontwikkelen als het gaat om cannabis, in de populaire cultuur is dat alles behalve het geval. Het beeld dat geschetst wordt, is misschien niet altijd even nauwkeurig, maar de filmindustrie geeft cannabisgebruikers al decennia lang een gezicht. Of dat nu
Overheden en de algemene publieke opinie mogen zich dan traag ontwikkelen als het gaat om cannabis, in de populaire cultuur is dat alles behalve het geval. Het beeld dat geschetst wordt, is misschien niet altijd even nauwkeurig, maar de filmindustrie geeft cannabisgebruikers al decennia lang een gezicht. Of dat nu in de vorm is van een toevallige, maar waardevolle gastster of slechts als de ‘cool-factor’, die vaak wordt geassocieerd met cannabis, liefhebbers van de plant zijn een nuttig instrument geworden voor scenarioschrijvers.
De laatste tijd heeft de filmindustrie, zowel in Hollywood als elders, een stapje teruggedaan in hun pioniersrol. Dit is deels te wijten aan de recente ontwikkelingen in Engelstalige tv-series.
Dit verschijnsel is mogelijk te verklaren door de meedogenloze marketingstrategieën die tegenwoordig worden ingezet in de filmindustrie. Hierbij worden alle pijlen vaak uitsluitend gericht op de populairste doelgroep, waardoor veel andere demografische groepen buiten de boot vallen.
Misschien is het gewoon zo dat de kijker, net als de lezer van een boekenreeks, eerst een relatie moet opbouwen met de personages om ze echt te leren kennen. En dat is mogelijk precies wat cannabisgebruikers in fictie nodig hebben: een grote groep ruimdenkende mensen die hen graag wil leren kennen.
De jaren negentig – heksenjagers versus blower
Het verschijnen van cannabis op televisie in de jaren negentig luidde een nieuwe periode in.
Het culturele landschap van de eerste helft van de jaren negentig was bewust gebaseerd op hetzelfde model als in de jaren tachtig, in ieder geval wat betreft de rol en het belang van televisie in de maatschappij en de boodschap die ermee kan worden overgebracht. De ‘onvermijdelijke cannabisaflevering’ was dan ook de belangrijkste manier, of zelfs de enige, waarop marihuana op televisie verscheen, en was over het algemeen het paradepaardje van D.A.R.E. (Drug Abuse Resistance Education) en de oorlog tegen drugs.
Elke tiener uit een sitcom-gezin heeft weleens te maken gehad met achterdochtige ouders die zijn of haar gangen nagingen en uiteindelijk tot hun schrik een joint vinden, van de uiterst fatsoenlijke Cosby Show tot het meer op de arbeidersklasse gerichte Roseanne. Al kwam deze laatste serie met een gedurfde wending op het inmiddels enigszins uitgemolken thema: de joint in kwestie was van de ouders.
Tijdens de tweede helft van de jaren negentig verschenen er naast de politiek correcte, vaak conservatieve televisieseries ook meer gedurfde series, zoals het type series dat tegenwoordig populair is.
Wat daarvan in algemene zin blijft hangen, is het geestige dilemma “zullen ze of zullen ze niet?”. Zullen ze eindelijk inzien dat cannabis niet gevaarlijker is dan alcohol?
Volgens de ietwat naïeve tieners in That ‘70s Show in ieder geval wel. Men kan natuurlijk stellen dat de setting van de serie (deze speelt in de jaren zeventig) het ontbreken van een taboe op de marihuanakwestie rechtvaardigt. Hoe dan ook wordt het bijna voortdurende gebruik van cannabis neergezet als een spirituele vlucht voor de opgroeiende hoofdrolspelers van deze hippieserie, en niet als rebels, zelfvernietigend gedrag. 99,5% van de verhaallijnen heeft niets te maken met cannabis en wordt daar ook niet door beïnvloed. De overige 5% gaat over ouders die zich zo nu en dan afvragen wat er in hun kelder gebeurt. Interessant is dat dit allemaal gelukt is zonder dat er ook maar één gram cannabis te zien is en natuurlijk door acteur Tommy Chong (Cheech & Chong) de terugkerende rol van de oude, achteloze, maar wijze hippie te geven: duidelijk het werk van bezielde cannabissympathisanten.
Aan de andere kant van de rookwolk wordt de jonge cannabisgebruiker echter vanuit een hele andere invalshoek bekeken. In 1997, nog geen jaar voordat That ‘70s Show voor het eerst op de buis kwam, werd het thema op een iets dramatischere wijze behandeld in de dramaserie 7thHeaven. Er werd heftig met joints gezwaaid, mensen stormden uit allerlei kamers en symfonieorkesten lieten hun beste imitaties van de soundtrack van Jaws horen. Ook dit kan deels worden verklaard door de context: de serie gaat immers over het leven van dominee Camden en zijn gezin. De mise-en-scène is hoe dan ook volkomen absurd, tot aan het punt dat men cannabis net zo goed zou kunnen vervangen door crack of heroïne om de algehele mistroostige sfeer van de aflevering te kunnen rechtvaardigen; nogal teleurstellend voor een televisieserie die andere maatschappelijk gevoelige onderwerpen als tienerzwangerschap, alcoholisme of pesten met een zeker lef heeft aangepakt. Uit dit voorbeeld blijkt maar weer eens hoe bepaalde zaken door het establishment en de mensen die daarop vertrouwen als gevaarlijk of slecht worden gezien louter vanwege het feit dat ze illegaal zijn.
De jaren nul – trends en ontwikkelingen
De jaren nul van de 21e eeuw zijn een goudmijn aan piepkleine, subtiele bijdragen van de televisie-industrie aan de cannabiswereld.
Vergelijkbaar met That ‘70s Show, werd cannabis in televisieseries in deze periode louter als standaardmaatstaf in het leven van de personages ingezet. De regelmaat van de voorvallen speelt daarbij geen enkele rol, dat wil zeggen: het is, zoals bij zoveel dingen in het leven, afhankelijk van het type kijker.
Veel schrijvers van televisieseries die nu als mainstream worden beschouwd, hebben bepaalde vrijheden genomen met de hobby’s van hun personages en het lijkt erop dat ze daarbij zijn beïnvloed door moderne marketingtermen als ‘stoners op hoge hakken’ en ‘bazen die blowen’.
Zo lijken de dames van Sex and the City (1998-2004) behoorlijk vaak in een bijzondere gemoedstoestand te verkeren, veroorzaakt door liefdesverdriet en cannabis. En toch is er geen sprake van de ‘onvermijdelijke cannabisaflevering’. De schrijvers hebben ervoor gekozen de plant neer te zetten als een wezenlijk onderdeel van het dagelijkse leven van deze uitstekend functionerende carrièrevrouwen (een schrijfster, een pr-agente, een advocate en een kunsthandelaar, en allemaal even succesvol). Cannabis wordt in de hele looptijd van de serie maar twee keer genoemd. Dat bewijst wel dat het niet nodig is om meeslepende verhaallijnen te wijden aan een onderwerp dat soms beter af is met minder drama om de gevolgen van de oorlog tegen drugs weer te geven. Series als Californication (2007), Six Feet Under (2001) en Entourage (2004) laten ook deze recreatieve consumptiekant zien, al is hun idee van een succesvolle, goed functionerende professional twijfelachtig te noemen. De televisieserie Mad Men, in Amerika voor het eerst uitgezonden in 2007 en uitgegroeid tot een van de meest gewaardeerde dramaseries van het decennium, geeft ook steeds meer ruimte aan cannabis. In de eerste aflevering van het laatste seizoen, dat in april 2014 van start ging, steekt Don Draper, een van de meest karakteristieke personages in de serie, nonchalant een joint op als hij met zijn vrouw op het strand is.
De Britse tienerserie Skins (2007) zette waarschijnlijk de meest gedurfde stap in de richting van nonchalant gebruik van cannabis. Niet alleen verwijst de naam ‘skins’ naar het Britse slangwoord voor vloeipapier, ook wordt cannabis door bijna alle personages gebruikt. De tieners gebruiken weliswaar ook vele andere soorten drugs, maar cannabis wordt, ondanks dat het volop aanwezig is, vrijwel nooit genoemd en wordt nooit en op geen enkele manier in verband gebracht met het gevaarlijke gedrag dat de personages vertonen. Het wordt wel vaak gebruikt als een hulpmiddel voor reflectie, vooral in tijden van verdriet en verwarring.
Als het gaat om het overschrijden van de grens tussen onschuldig vermaak en puur activisme, spant de televisieserie Weeds (2005) de kroon. In deze serie staat de worsteling centraal van een alleenstaande moeder die ervoor kiest om illegaal cannabis te verkopen om de eindjes aan elkaar te kunnen kopen, en dat acht seizoenen lang.
De serie wordt door de cannabisgemeenschap niet per se als een klassieker beschouwd, maar opent wel de ogen van degenen die nog steeds in de oorlog tegen drugs en in de farmaceutische industrie geloven.
Tot slot zijn er nog vele andere personages uit televisieseries uit deze periode, die in de loop der jaren met verwarrende uitspraken of veelbetekenende blikken weinig of geen twijfel lieten bestaan dat ze in het geniep pot rookten. Hoewel sommigen zouden willen dat het wat openlijker werd uitgebeeld, zijn deze personages realistische vertegenwoordigers van al die onzichtbare cannabisconsumenten ter wereld. De ogenschijnlijke willekeur van deze discrete uitingen maakt het mogelijk zelfs nog realistischer.
Vanaf 2010 – normalisatie
Inmiddels is het gebruik van cannabis op verschillende plaatsen in de wereld maatschappelijk geaccepteerd en in sommige gevallen ook legaal. In termen van populaire cultuur betekent dit dat cannabis mogelijk bijna mainstream wordt nog voordat het wereldwijd legaal is. Het lijkt dus niet langer nodig om extra moeite te doen om je band met de cannabiswereld duidelijk te maken. Mogelijk is dat ook de reden dat verwijzingen naar cannabis inmiddels minder ‘indie’ zijn dan de kijker gewend is.
Desalniettemin is een belangrijke verhaallijn uit de Amerikaanse remake van de serie Wilfred (2011) gebaseerd op de introspectieve aard van de menselijke geest onder invloed van cannabis. De hoofdpersoon, Ryan, is depressief en suïcidaal, en hij is de enige die de hond van zijn buurman, Wilfred, ziet als een man in een hondenkostuum. Hij is werkloos en brengt het grootste deel van zijn tijd door in zijn kelder, waar hij cannabis rookt met Wilfred en zich, samen met de kijker, afvraagt wat er mis is met hem en wie de man-hond werkelijk is. Een uiting van zijn eigen geest? Een echte man? Een bovennatuurlijk verschijnsel? Cannabis speelt overduidelijk een rol in dit verhaal, als geestverruimend middel en als een antidepressivum. Wilfred is mogelijk een van de meest verbijsterende, maar ook realistische voorbeelden van een televisieserie die de menselijke psyche onder de loep neemt.
Melissa & Joey (2010) en Last Man Standing (2011) hebben beide de sitcomtraditie om het cannabismonster te bestrijden in ere gehouden. In de eerste serie wordt de minst brave tiener van het stel geschorst van school omdat hij cannabis heeft gerookt. Door een wat vreemde samenloop van gebeurtenissen, na een aantal afgezaagde stonergrappen en de doorgaans verbijsterde reactie van de opvoeders, neemt het verhaal een andere wending. Dit is weliswaar niet echt een pleidooi voor de cannabiszaak, maar het laat wel zien dat hoewel de regels in de VS ongewijzigd zijn gebleven, in de meeste staten tenminste, de denkwijzen radicaal zijn veranderd (zij het nog altijd de wet respecterend). Zelfs in Last Man Standing, dat zich afspeelt in Colorado, heeft de seksistische, politiek conservatieve, traditionele hoofdpersoon een vader die besluit een marihuanawinkel te openen en daar zelf de cannabis voor te kweken.
Daarbij is er in de sitcoms ook sprake van een comeback van de stereotiepe stoner. Victoria uit Mike & Molly (2010), Deke uit 2 Broke Girls (2011), Nolan uit Anger Management (2012) en iedereen uit Workaholics (2011) zijn schoolvoorbeelden van het ‘Cheech and Chong’-syndroom. Toch hebben de schrijvers van al deze series de moeite genomen om hun personages een redelijke ontwikkeling te laten doormaken, waardoor ze het cliché dat het gebruik van cannabis voldoende zou zijn als enig karakteriserend kenmerk doorbreken.
Een ander voordeel van de normalisatie van cannabis op televisie is dat de televisie-industrie heeft besloten om vrouwelijke gebruikers niet langer te negeren, terwijl de filmindustrie het gebruik van cannabis grotendeels nog steeds lijkt te reserveren voor lachzieke, enigszins luie mannen. Naast de al genoemde voorbeelden, zijn in de serie Girls (2012) en het gloednieuwe Broad City (2014) vrouwen te zien die regelmatig cannabis gebruiken, waarbij een zeer realistische demografische groep vrouwen wordt vertegenwoordigd, namelijk vrouwen die niet perfect zijn; een verfrissende kijk op de vrouwelijke stoner, als tegenhanger van het stereotype van het manische, ondeugende ‘stonermeisje’.
Sommigen beschouwen televisie wellicht nog altijd als een tweederangs vorm van vermaak, maar de doeltreffendheid waarin actuele maatschappelijke onderwerpen aan de kaak worden gesteld is soms groter dan die van andere media, die hoger op de artistieke ladder zouden staan.
Bij Sensi Seeds hopen we dat cannabisgebruikers ooit op zowel commerciële als publieke zenders volop te zien zullen zijn en dat het roken van cannabis niet langer een stereotypering zal zijn voor alle liefhebbers van de plant overal ter wereld, bestaand of fictief.
This is really fascinating, You are a very professional blogger. I?e joined your rss feed and sit up for searching for more of your great post. Also, I have shared your site in my social networks!