Cannabis wordt al eeuwen gebruikt om plaatselijke verwondingen, zoals snij- en brandwonden, te behandelen. Tegenwoordig wordt de wetenschappelijke basis hiervan onderzocht en komt men erachter hoe belangrijk het endocannabinoïdesysteem is voor een gezonde huid en de genezing van wonden.
Cannabis en wondgenezing door de eeuwen heen
In de historische medische teksten uit verschillende culturen wordt melding gemaakt van het gebruik van cannabis voor de plaatselijke behandeling van snij-, schaaf- en brandwonden. In Egyptische teksten op papyrus wordt bijvoorbeeld gesproken over plaatselijke antiseptische preparaten, die vermoedelijk bestonden uit een mengsel van cannabis en vet. Griekse schrijvers uit de eerste eeuw voor de jaartelling maken melding van het gebruik van cannabis voor de behandeling van paarden met wonden en zweren, en als middel tegen een bloedneus bij mensen.
De middeleeuwse Franse kruidenkundige Ruellius schreef in zijn verhandeling uit 1536, De Natura Stirpium, dat cannabisextract kon worden gebruikt voor de behandeling van wonden en zweren. Enkele tientallen jaren later adviseerde de beroemde Duitse botanist Tabernaemontanus een mengsel van boter en cannabisbladeren voor de behandeling van brandwonden.
In 1649 schreef de vooraanstaande Engelse kruidenkundige Nicholas Culpeper dat cannabis kon worden gebruikt ter behandeling van brandwonden en bloedende wonden vanwege de antiseptische eigenschappen ervan. Ten slotte schreef de Engelse kruidenkundige Thomas Short in 1751 in zijn Medicina Britannica dat een cannabispreparaat kon worden gebruikt als middel tegen brandwonden, wonden, insectenbeten en zweren.
Hedendaags onderzoek naar wondgenezing en cannabis
In moderne tijden is onderzoek gedaan naar de geschiktheid van cannabis en cannabispreparaten voor het verlichten van pijn, zwellingen en bloedingen als gevolg van snij- en brandwonden, en voor het herstellen van huidweefsel.
Uit dat onderzoek is veel bewijs naar voren gekomen dat cannabis zeer effectief is als pijnstiller, ontstekingsremmer en ontsmettingsmiddel. Het lijkt er zelfs op dat het endocannabinoïdesysteem direct betrokken is bij het genezingsproces en een essentiële rol speelt bij de vorming van littekenweefsel.
Wondgenezing en het endocannabinoïdesysteem
Het endocannabinoïdesysteem speelt een belangrijke rol in het gehele proces van wondgenezing. Direct na een verwonding stijgen de anandamidewaarden in het betreffende weefsel, wat zorgt voor een pijnstillend effect door beïnvloeding van de CB1-receptoren in de perifere zenuwen.
Uit een onderzoek uit 2010 van de universiteit van Californië bleek dat wanneer een synthetische stof genaamd URB937 werd toegediend aan ratten en muizen met perifere verwondingen, hun anandamidewaarden stegen en het pijnstillende effect sterker werd. URB937 veroorzaakt dit effect door de werking te verminderen van het FAAH-enzym (fatty acid amide hydrolase – vetzuur amide hydrolase), dat verantwoordelijk is voor de afbraak van anandamide.
Uit een ander onderzoek uit 2010 van de China Medical University bleek dat bij muizen waarbij een huidincisie werd aangebracht, het aantal cellen met een CB1-expressie steeg op de betreffende plek. Die toename begon zes uur na het optreden van de verwonding en bereikte een piek na vijf dagen. Veertien dagen na het moment van verwonding was het aantal cellen met CB1-expressie weer terug op het standaardniveau.
In eerste instantie waren de meeste nieuwe cellen met CB1-expressie mononucleaire cellen, zoals fibroblastische cellen en gespecialiseerde cellen van het immuunsysteem genaamd monocyten, die ontstekingen tegengaan en de werking van het immuunsysteem stimuleren. Na een aantal dagen namen de fibroblastische cellen, die essentieel zijn bij wondgenezing en de vorming van littekenweefsel, de overhand. Hoewel niet bekend is hoe het proces precies werkt, is de betrokkenheid van anandamide en de CB1-receptoren evident.
Cannabis en wondgenezing in de interne organen
Het endocannabinoïdesysteem speelt niet alleen een rol bij de genezing van de huid, maar ook bij de interne organen, met name het epitheel, een gladde laag cellen die het oppervlak van organen en andere lichaamsstructuren bedekt.
In de dikke darm produceren de epitheelcellen zowel CB1- als CB2-receptoren. In gewoon weefsel komen meer CB1-receptoren voor. Onder afwijkende omstandigheden, bijvoorbeeld in personen met een darmontsteking, nemen CB2-receptoren de overhand. Normaal gesproken zijn de CB1-receptoren al betrokken bij het sluiten van letsel aan het darmepitheel. Als de schade chronisch is, zorgen de CB2-receptoren ervoor dat er niet te veel littekenweefsel wordt gevormd.
In het hoornvlies leidt beschadiging van het epitheelweefsel tot het plaatselijk vrijgeven van endogene cannabinoïden- en vanilloïdereceptoragonisten, die vermoedelijk bijdragen aan het proces van wondgenezing. In 2010 werd onderzoek gedaan naar de rol van elke receptor. De onderzoekers behandelden epitheelcellen uit het menselijk oog in vitro met WIN55,212-2 en capsaïcine, een CB1-receptor en een vanilloïdereceptoragonist.
De uitkomst hiervan was dat het activeren van een van beide receptoren leidde tot de transactivatie van de epidermale-groeifactorreceptor. Deze is cruciaal voor het regenereren van beschadigd huid- en epitheelweefsel.
In parodontaal weefsel werd ook een sterke toename geconstateerd van cellen met CB-expressie direct na verwonding. Daarnaast werd bij patiënten die kort daarvoor een parodontale ingreep hadden ondergaan een verhoogd anandamideniveau geconstateerd.
Het toedienen van AM251 en AM630, synthetische selectieve antagonisten van respectievelijk de CB1- en CB2-receptoren, zorgde voor een sterke afname van het aantal fibroblasten in het tandvlees. Dit lijkt erop te wijzen dat agonisten van de CB-receptoren de proliferatie van fibroblasten stimuleren en zo wondgenezing bevorderen.
Cannabinoïden en levercirrose
Chronische weefselschade en ontstekingen in de lever, bijvoorbeeld veroorzaakt door alcoholisme of hepatitis, stimuleren de wondgenezende respons. Fibroblasten migreren naar het beschadigde gebied en initiëren het proces van fibrose, ofwel de vorming van littekenweefsel. Na verloop van tijd veroorzaakt de overproductie van het vezelrijke weefsel cirrose en wordt de normale werking van de lever gehinderd.
Vroeger dachten we dat in dergelijke gevallen hoge concentraties anandamide de snelheid van de fibrose konden verhogen en daarmee de ernst van de cirrose. Recentelijk onderzoek heeft echter aangetoond dat dit waarschijnlijk niet het geval is. Maar we weten wel dat anandamide een agonist van de CB-receptoren is. De aanwezigheid van een antagonist zoals cannabidiol zou dit effect dus kunnen blokkeren en de fibrose kunnen vertragen.
In een onderzoek bij muizen uit 2006, gepubliceerd in Nature Medicine, werd aangetoond dat het toedienen van een synthetische CB1-receptorantagonist, SR141716A, de wondgenezende reactie op acute leverbeschadiging blokkeerde en de ontwikkeling van cirrose vertraagde bij letsel door fibrose. Dit zou een bewijs kunnen zijn voor de stelling dat CBD en vergelijkbare antagonisten kunnen bijdragen aan de behandeling van cirrose.
De CB2-receptor en genezing van leverbeschadiging
Ook interessant is dat de CB2-receptor een unieke rol speelt bij het ontstaan en de ontwikkeling van leverfibrose. Meestal zijn ze in kleinere concentraties aanwezig dan CB1-receptoren, maar hun aantal neemt zeer sterk toe tijdens fibrogenese (de productie van vezelrijk weefsel) en in geval van letsel.
Het onderzoek hierboven toonde aan dat bij muizen met een genetisch gebrek aan CB2-receptoren, fibrose veel ernstiger was. Dit wijst erop dat de aanwezigheid van CB2-receptoren in gewone muizen fibrogenese doet afnemen. Het idee is dat de CB2-receptoren dit effect realiseren door apoptose (geprogrammeerde celdood) van de fibroblasten te veroorzaken.
Het lijkt erop dat wanneer CB2-receptoren slechts beperkt of helemaal niet aanwezig zijn, de fibroblasten kunnen accumuleren en het vezelrijke weefsel zich sneller opbouwt.
Hennepzaadolie voor wondgenezing
Hoewel hennepzaad geen cannabinoïden bevat (afgezien van sporen uit het productieproces), kan het helpen bij de behandeling van brand- en snijwonden en ander extern letsel. Dit komt door de unieke balans van de essentiële vetzuren omega-3 en omega-6, die aanwezig zijn in voor de menselijke gezondheid optimale waardes.
Er is nog zeer weinig onderzoek gedaan naar de geschiktheid van hennepzaad voor de behandeling van plaatselijke verwondingen, maar er bestaan diverse algemenere publicaties over betere wondgenezing door essentiële vetzuren. Er is ook een klinisch onderzoek gedaan naar het plaatselijk toedienen van hennepzaadolie. Daaruit werd geconcludeerd dat het bijdroeg aan de genezing van letsel aan het slijmvlies na oog-, neus- en keeloperaties.
Snij-, brand-, rijtwonden en vergelijkbaar letsel kunnen dus mogelijk worden behandeld met zowel hennepzaadolie als cannabispreparaten die veel cannabinoïden bevatten. Voor degenen die een veilige manier van CBD-gebruik zoeken, heeft Sensi Seeds een aantal CBD-producten in de aanbieding. Een voorbeeld is CBD-olie: een voedingssupplement dat verschillende fytocannabinoïden bevat, met naast het welbekende CBD ook nog CBC (cannabichromeen), CBG (cannabigerol) en CBN (cannabinol).
In geval van letsel aan intern weefsel of organen kunnen cannabinoïden zeker een rol spelen, maar er is meer onderzoek nodig voor de ontwikkeling van gerichte therapieën. Binnen een dergelijk complex en subtiel systeem kan een incorrecte dosering of foutief cannabinoïdegehalte een ongewenst tegengesteld effect hebben.
- Disclaimer:Dit artikel kan niet ter vervanging worden gebruikt voor professioneel medisch advies, een diagnose of behandeling. Neem altijd contact op met uw arts of andere bevoegde deskundigen. Stel het vragen van medisch advies niet uit en negeer medisch advies niet naar aanleiding van wat u heeft gelezen op deze website.