Arecanoten (bekend als betelnoten) zijn de zaden van de Areca Catechu. Oorspronkelijk uit zuidoost Azië, worden betelnoten al lang voor zowel sociale, religieuze als medicinale doeleinden gebruikt doorheen heel Azië. Deze noten worden in betelbladeren gewikkeld om op te kauwen en dit heeft potentiële medicinale voordelen. Maar wegen ze op tegen de risico’s?
Men denkt dat meer dan 600 miljoen mensen op regelmatige basis betelpasta kauwen en het is zo dat deze praktijk een heilige status heeft bereikt in de vele culturen waar het veelvuldig wordt gekauwd. Alcohol, nicotine en cafeïne zijn de enige psychoactieve substanties die wereldwijd vaker worden gebruikt. Afhankelijk van hoe ze gebruikt worden, hebben betelbladeren heel wat potentiële gezondheidsvoordelen, maar er zijn ook risico’s aan verbonden.
Eigenschappen & gebruik
De betel klimplant (Piper betle) is een lid van het pepergeslacht waartoe ook de kalmerende plant kava (Piper methysticum) behoort. Het blad van de betel klimplant wordt zowel geprezen omwille van haar stimulerende effect als om haar verscheidene medicinale eigenschappen. Het blad wordt echter vaak in combinatie met betelnoten of in een betelpasta gebruikt, twee zaken die door de American Cancer Society op de lijst van kankerverwekkende zaken staan.
De geschiedenis van het gebruik van betel
Waarschijnlijk vond het betelgebruik haar oorsprong in de archipels van Zuidoost-Azië, om zich pas daarna naar het vasteland, eerst in Vietnam en Thailand, te verspreiden. India was het volgende land in het rijtje van Betelgebruikers.
Historisch bewijs geeft aan de betelbladeren samen met de arecanoten al duizenden jaren worden gekauwd. Skeletten van 3000 BC in de Duyong-grot in de Filippijnen dragen bewijs van het betel kauwen en Indiaanse teksten van 504 BC spreken over het gebruik.
Cultureel & traditioneel gebruik van betel
Betelbladeren wordt meestal geconsumeerd als onderdeel van een betelpasta: kleine stukjes fijngehakte arecanoten en verbrijzelde kalk (calciumhydroxide) waarbij soms tabak, kruiden en andere supplementaire ingrediënten worden toegevoegd om nadien in een betelblad gewikkeld te worden. Het karakteristieke felrode speeksel dat met de betelpasta gepaard gaat, wordt veroorzaakt door het bestanddeel arecoline dat zich in de arecanoot bevindt.
In Vietnam, zijn betelbladeren en arecanoten typische onderdelen van traditionele huwelijksceremonies en vele andere formele gebeurtenissen. In Papoea-Nieuw-Guinea is de bereiding bekend als buai en is het gebruik van betel algemeen aanvaard en vind je op iedere straathoek wel een betelgebruiker. De substantie wordt geprezen voor haar vermogen om stress en honger te verminderen en het bewustzijn te verhogen.

In India, waar de pasta bekend is als paan, is het kauwen een alledaagse gebeurtenis en vormt het een integraal onderdeel van vele sociale en ceremoniële gebeurtenissen. Paan winkels verkopen verschillende bereidingen, zoals tambuki paan, met tabak en kruiden, en meethi paan, een zoete versie met kokosnoot, geconserveerd fruit, rozenblaadjes en verschillende kruiden.
In de volksgeneeskunde, wordt het kauwen van betel gebruikt als remedie tegen een slechte adem, darmparasieten, hoofdpijn en huidinfecties. Er wordt ook gedacht dat het de communicatie met de spirituele wereld vereenvoudigt en dat het de sociale en seksuele relaties versterkt.
Hoe betel wordt bereid en verkocht
De productie en verkoop van betel verschilt van regio tot regio. In Sri Lanka verkopen betelboeren hun voorraad betel meestal in grote hoeveelheden van 1000 bladeren waarbij de prijs afhankelijk is van de kwaliteit en de beschikbaarheid. In Maleisië verkopen boeren de bladeren in bundels van 10 meteen aan de gebruiker.
In Taiwan, en dat is uniek in de wereld van het betel kauwen, worden betelbereidingen verkocht langs de kant van de weg in kraampjes door ‘betelnoot schoonheden’: jonge vrouwen, vaak met een arme achtergrond, die zich in weinig verhullende kleding kleden. Dit fenomeen heeft al heel wat controverse opgeroepen en is grotendeels in strijd met de meer traditionele praktijken die je in de rest van de wereld vindt.

In vele gebieden waar betel wordt gekauwd, wordt het gekocht als een soort van betelpasta. Deze netjes verpakte pasta’s worden door ervaren en technisch onderlegde personen gemaakt. In India wordt een bereider van betelpasta’s, afhankelijk van de locatie, paanwala, panwari of panwadi genoemd.
Eigenschappen, verspreiding en gebruik van betel
Als klimplant heeft de betel een metgezelboom of een andere ondersteuningsstructuur nodig om te groeien. Het is een groenblijvende vaste plant met hartvormige or eivormige bladeren en stijve, witte katjes (een soort van bloemstructuur zonder bloemblaadjes en bloemen die zich strak rond een centrale stengel kronkelen).
De betel klimplant groeit in Zuid en Zuidoost-Azië en wordt ook in Madagaskar en sommige delen van de Caraïben verbouwd. Betel voelt zich het best in vruchtbare, goed gedraineerde zanderige klei- en leemgrond met een PH-bereik van 5,6 – 8,2 en je vindt de planten meestal op grotere hoogtes. De plant kan niet tegen zoutige of sterk alkalische bodems en verkiest een mild tropisch klimaat (15-40°C / 60 – 104°F) met een relatief hoge vochtigheidsgraad (40-80%) en regelmatige neerslag (2250-4750 mm per jaar).
Hoewel de meeste planten met katjesstructuren eenhuizig zijn, is de betel klimplant tweehuizig. De mannelijke planten hebben eivormige bladstructuren terwijl de vrouwelijke planten over hartvormige bladeren beschikken.
Hoe betel wordt verbouwd
De betel klimplant wordt over de hele wereld verbouwd op percelen die als barouj bekendstaan. Metgezelplanten zoals de Agathi bomen (Sesbania grandiflora) worden eerst geplant en gesnoeid op een hoogte van ongeveer 4 meter. Vervolgens worden er plekken voor de klimplanten zelf, die ongeveer 180 cm breed zijn, gemaakt. De klimplanten worden op ongeveer 45 cm van elkaar geplaatst.
Betel wordt gekweekt via vegetatieve middelen: in plaats van zaadjes te planten, worden er stekken gebruikt. Deze stekken worden van de eindpunten van de stengels gehaald en zijn meestal 30-45 cm lang. Om 1 hectare betel te verbouwen, zijn er 100.000 stekken nodig.
Als de stekken wortel hebben geschoten en zijn beginnen groeien, worden ze geholpen om op de metgezelboom te klimmen; er wordt in de meeste gevallen een banaanvezel gebruikt om de klimplant aan de ondersteuning te bevestigen. Dit proces wordt om de 15-20 dagen voor minstens 3 maanden herhaald, waarna de oogst kan beginnen.
Sommige varianten en technieken vragen langere groeitijden, van 6 maanden tot een jaar. Normaal gezien wordt de oogst pas gestart als de klimplanten een hoogte van 150 cm hebben bereikt; op een jaar tijd kunnen sommige varianten een hoogte van 300 cm of meer bereiken.
Een betel klimplant wordt over het algemeen aan het begin van de moesson geplant en wordt dan tussen november en februari geoogst. Betelbladeren worden geoogst volgens de lakh: een Zuid-Aziatische numerieke eenheid die overeenkomt met 100.000; 1 hectare moet ongeveer 75-100 lakh aan betelbladeren (7.5-10 miljoen bladeren) opbrengen.
Effecten & farmacologie van betel
Men gelooft dat het mild stimulerende effect van betel wordt veroorzaakt door de werking van een groep moleculen die behoren tot de fenylpropanoïde klasse van organische verbindingen. Deze grote klasse van aromatische, op lipiden gebaseerde verbindingen omvatten vele stoffen die cruciaal zijn voor verschillende systemen en processen die we in planten vinden. Het bevat olieachtige afscheidingen en harsen die bestuivers aantrekken of de plant beschermen tegen ultraviolet licht en predatie door dieren en insecten.
Het loont de moeite om te vermelden dat de aromaticiteit in de organische chemie niet verwijst naar de echte geur maar eerder naar de verbindingen gebaseerd op een benzeenring (een moleculaire ring van zes koolstofatomen verbonden door een afwisselend dubbele en enkele covalente verbindingen).
Niet alle aromatische stoffen hebben dus een waarneembare geur, hoewel velen deze wel hebben. Terpenen, aan de andere kant, zijn meestal sterk geurend en op zijn minst deels verantwoordelijk voor de geur van vele planten waaronder cannabis.
De essentiële olie die uit de bladeren van de betel klimplant kan gehaald worden bevat verschillende fenylpropanoïden. Verschillende van deze fenylpropanoïden werden al geïsoleerd en bestudeerd, inclusief chavibetol en eugenol. Het naar kruiden ruikende chavibetol is een van de hoofdbestanddelen van betelolie, hoewel sommige cultivars olie produceren die hogere hoeveelheden van het bestanddeel eugenol bevatten. Ze kan ook verschillende terpenen bevatten.
De geneeskundige effecten van betel worden nog niet volledig begrepen. Op dit moment weet men dat betelbladextract antioxidant, antischimmel en antibacteriële eigenschappen heeft. En met onderzoek dat nog volop gaande is, is het zeer waarschijnlijk dat er nog meer potentiële voordelen aan het licht zullen komen.
Betelbladextract als een middel tegen kanker
Vele studies hebben gesuggereerd dat betelbladextract (BLE) een chemoprotectief effect op dierlijke weefsels heeft. Een studie uit 2006 naar de effecten van kurkuma en BLE op orale kankers bij hamsters stelde vast dat de groei van de tumor enkel door BLE werd geremd en dat het remmende effect door het toevoegen van kurkuma werd versterkt.

In 2013 werd bewijs gepubliceerd dat menselijke kankercellijnen met BLE behandeld konden worden. In deze studie, ontdekte men dat de groei van menselijke prostaatkankers die in muizen werden geïmplementeerd aanzienlijk geremd werd. Verder onthulde vloeistofchromatografie- en massaspectroscopietesten de aanwezigheid van zowel het bestanddeel hydroxichavicol als chavibetol; extracten met een hoger hydroxichavicolniveau hadden een sterker remmend effect op de groei van de tumor, hetgeen aangeeft dat dit de belangrijkste anti-carcinogene verbinding in BLE is.
Net zoals hydroxychavicol, heeft de stof eugenol ook al getoond dat het in vitro humane darmkankercellijnen doodt. Eugenol staat ook als een vaatverwijdend middel (een stof waardoor de bloedvaten kunnen verwijden) en als een milde spierontspanner bekend.
Gezondheidsrisico’s bij het gebruik van arecanoten & tabakspasta
De arecanoot (of betelnoot) is in feite het zaad van de Arecapalm (Areca catechu). Het wekt zowel een mild stimulerend effect op dat vergelijkbaar is met het effect opgewekt door het betelblad als bijkomende sensaties zoals het toenemen van de lichaamswarmte en een verhoogde alertheid.
Hoewel verschillende studies hebben aangetoond dat de noten carcinogene bestanddelen bevatten, zien we bij bevolkingsgroepen waar het kauwen van betel ingeburgerd is een hoger aantal mond- en keelkankers. Er bestaan al jaren mediacampagnes die aandacht en controlemaatregelen vragen voor de arecanoot en vele artikels, zoals dit artikel van de BBC, die het risico in de schijnwerpers plaatsen, zijn gepubliceerd.
Het betelblad wordt soms ook in combinatie met tabak gekauwd. Onderzoek heef aangetoond dat tabak specifieke N-nitrosamine stoffen bevat die carcinogeen blijven zelfs als ze niet verbrand worden, maar wiens mutagene acties terzelfdertijd de anti-carcinogene effecten van het betelblad onderdrukken.
Ondanks het feit dat het betelblad dit kankerverwekkende effect tot op zeker hoogte onderdrukt, is het raadzaam om het kauwen van tabak indien mogelijk te vermijden. Tabakspasta in combinatie met arecanoten kauwen, zal het carcinogene effect van de noten zelfs nog vergroten.
Er moet nog heel wat onderzoek gedaan worden om precies te kunnen bepalen hoe we op een veilige manier van de voordelen van betelbladeren kunnen genieten en hoe het nu zit met de risico’s en de voordelen van de noot. Volgens WebMD Medically kan de noot zelfs nuttig zijn bij glaucoom, bij het verbeteren van de spijsvertering, bij het verminderen van de symptomen van schizofrenie en helpen bij de gevolgen van een beroerte. Maar het is ook duidelijk dat er een direct verband met ernstige gezondheidsrisico’s bestaat.
- Disclaimer:Wet- en regelgeving omtrent cannabisteelt verschilt vaak per land. Sensi Seeds raadt u daarom dan ook aan om de lokale wet- en regelgeving na te gaan. Handel niet in strijd met de wet.