De globalisering van cannabis

Gevouwen dollarbiljetten in de grond geplant

De cannabisexportmarkt wordt gedomineerd door een handjevol Canadese, Nederlandse en Britse bedrijven. Tegenwoordig vindt meer dan 90% van alle legale cannabisverkopen plaats in Amerika. Krijgen de traditionele cannabisproducerende landen een kans om op deze markt te concurreren?

Cannabis als een universeel middel

De mens kweekt al duizenden jare (volgens sommige schattingen op z’n minst tienduizend jaar) collectief cannabis en heeft gezamenlijk bijgedragen aan de selectie, verbetering en verspreiding ervan over de wereld; de plant is van nature een collectief middel.

Pogingen om de handel ervan te beperken (zogenaamd uit bezorgdheid over de volksgezondheid) blijken bij nader inzien vaak economische manipulaties te zijn, zodat bepaalde partijen zichzelf kunnen verrijken ten koste van anderen.

De huidige situatie in het VK is een voorbeeld: het land is momenteel de grootste producent en exporteur van medicinale cannabis ter wereld, terwijl het grote publiek benadeeld wordt door de zeer beperkte toegang tot medicinale cannabis.

Victoria Atkins portret
Victoria Atkins (© Chris McAndrew)

De algemeen directeur van British Sugar, het grootste kweekbedrijf van het land, heet Paul Kenward. Zijn vrouw Victoria Atkins (‘Parliamentary Under Secretary of State for Vulnerability, Safeguarding and Countering Extremism’, verantwoordelijk voor drugsbeleid) heeft een flinke reputatie als tegenstander van cannabislegalisering, terwijl haar gezin direct profiteert van een van de weinige legale vergunningen in het VK.

Het is van het grootste belang om ervoor te zorgen dat de enorme potentiële waarde van dit gemeenschappelijke middel op een zo evenredig mogelijke manier wordt verdeeld onder de bevolking. Een essentiële maatregel is om de potentiële macht van grote multinationals in te perken. Daarnaast zou de kleinschalige cannabisteelt voor eigen gebruik overal gelegaliseerd moeten worden.

‘Globalisering’ zorgde voor de initiële verspreiding van cannabis

Het concept achter het proces van globalisering (‘de ontwikkeling van een steeds meer geïntegreerde wereldeconomie gekenmerkt door met name vrijhandel en vrij kapitaalverkeer‘) is niet per definitie negatief. De verbetering van sociale, culturele en economische relaties tussen mensen kan veel duidelijke voordelen hebben.

Met de juiste gezamenlijke aanpak kun je de negatieve aspecten, zowel intrinsieke (verlies van culturele en geografische isolatie) als sociaal-culturele (het uitbuitende ‘uitmelken van goedkopere buitenlandse arbeidsmarkten’), mogelijk vermijden of verlichten.

Kaart van de Silk Road in de 1e eeuw na Christus
De zijderoute in de eerste eeuw n.Chr. (© Kaidor)

Globalisering is ook absoluut geen nieuw fenomeen. Duizenden jaren lang hebben mensen enorme afstanden afgelegd en veel duurzame handelsnetwerken opgezet, waarmee grote gebieden ter wereld zijn verbonden. De zijderoute is een voorbeeld van een historisch en bijna mondiaal netwerk, dat duizenden kilometers door Azië naar Europa en Afrika loopt en al meer dan duizend jaar bestaat.

De zijderoute is ook relevant omdat deze bijna zeker heeft bijgedragen aan de verspreiding van cannabis vanuit zijn oude thuislanden in Centraal- en Zuid-Azië naar West-Azië, Afrika en Europa.

Cannabis (in de vorm van zaden, vezels, stoffen, oliën, ganja en hasj) is al eeuwenlang een ‘geglobaliseerd’ handelsproduct. Zonder deze uitgestrekte, oude handelsnetwerken zou het niet op zo’n grote schaal zijn verspreid.

Zakelijke cannabis – de volgende wereldbranche…

De zijderoute heeft het natuurlijk ook mogelijk gemaakt dat de immense Mongoolse bende van Dzjengis Khan dwars door Eurazië plunderde en onderweg verschillende legers versloeg die de bende wilden tegenhouden.

Op hun beurt maken onze moderne, geglobaliseerde, enorm complexe handelsnetwerken het voor bedrijven van steeds grotere omvang en met steeds meer macht mogelijk om grote delen van de wereld uit te buiten. Er zijn bar weinig regels om hun roofzuchtige groei en consumptie te beperken en ze hebben een aantal uiterst geavanceerde technische slimmigheden om hun doelen te bereiken, plus de steun en aanmoediging van nationale overheden.

Deze instanties kunnen de lasten voor het grote publiek verzwaren, terwijl ze een steeds kleiner wordende elite op ongekend grote schaal verrijken.

De cannabisbranche is niet immuun voor dit effect. Voordelen voor grote bedrijven leiden bijna onvermijdelijk tot nadelen voor kleinschalige producenten, zowel nationaal als internationaal.

In Californië lopen honderden kleinschalige cannabisproducenten het risico om hun inkomen te verliezen nu de recente legalisering van de recreatieve markt aanzet tot de groei van de commercie.

Terpeen Station Eugene Oregon Logo
In Californië & Oregon zijn de prijzen gekelderd (© Rick Obst)

In Oregon en Californië heeft het overschot aan cannabis de prijzen doen kelderen tot USD 100 per pond; tientallen cannabisproducenten zijn failliet gegaan, terwijl de grootste en best gefinancierde bedrijven uiteraard het hoofd het best boven water konden houden.

Internationaal gezien is de opkomst van de gigantische cannabismultinationals begonnen. Tot dusver zijn ze voornamelijk in westerse handen.

Het VK, Canada en Nederland zijn momenteel de grootste legale cannabisexporteurs ter wereld. Nieuw Zeeland, Australië, Israël en Uruguay (die sociaal-economisch als westerse landen worden gezien) lijken hen binnen afzienbare tijd op te volgen.

Cannabismonopolies in het verleden…

De unieke eigenschappen van cannabis zetten overheden al talloze keren aan tot beperking van het gebruik en de verkoop van cannabis. Diezelfde overheden maakten hier vervolgens gebruik van en richtten handelsmonopolies op.

De schandaligste voorbeelden van dit fenomeen vonden plaats tijdens het Europese kolonialisme. Maar zelfs nog voor deze periode verstrekten pre-koloniaal Marokko en Ottomaans Tunesië binnen hun nationale markten actief monopolies aan de hoogste bieder.

Nadat Spanje en Frankrijk in 1912 de macht overnamen in Marokko, hield Frankrijk een cannabismonopolie in stand tot de onafhankelijkheid in 1956.

Kolonialisten probeerden de cannabishandel in de Maghreb (Noord-Afrika), Zuid-Afrika en Centraal-Afrika te beheersen. Verder naar het oosten, met name in Sri Lanka, Afghanistan, India, Indonesië, Australië en (uiteraard) China werden opium en cannabis verkocht onder de monopolies van de Nederlandse en Britse Oost-Indische Compagnies.

… en de huidige cannabismonopolies

De hedendaagse moderne economieën (meestal gemengde economieën: zogenaamd vrijemarktkapitalisme met in meer of mindere mate vriendjespolitiek en protectionisme, en enkele maatschappelijke programma’s) stimuleren de ontwikkeling van immense ondernemingen met monopolistische neigingen.

Regelgeving en controles die ontworpen zijn om de excessieve groei tegen te gaan, zijn overduidelijk niet effectief. Globalisering biedt kansen om monopoliemacht uit te breiden naar meerdere landen en biedt enkele bedrijven zelfs de kans op een snelle verovering van de wereldmarkt.

Deze situatie speelt ook opnieuw binnen de cannabisbranche. Het VK heeft misschien wel het meest dramatische voorbeeld van de toekenning van een absoluut monopolie aan een enkel bedrijf: GW Pharmaceuticals, dat een contract heeft met British Sugar voor de cannabisteelt.

In 2003 kende Nederland een monopolie toe aan Bedrocan, tegenwoordig een wereldwijd bedrijf met een dochteronderneming in Canada en een monopolie op de export naar op z’n minst negen andere landen. Maar de Nederlandse bevolking heeft tenminste wel het recht om cannabis voor eigen gebruik te kweken. Daarnaast is verkoop toegestaan in honderden legale coffeeshops verspreid over het land.

Er zijn ook veel voorbeelden van landen die het aantal toegestane cannabisproducenten streng aan banden leggen, waarmee ze in feite oligopolies creëren (markten die door een aantal bedrijven worden beheerst).

Dit zijn onder andere Israël, Canada en verschillende landen die sinds een paar jaar medicinale cannabis toestaan. Door deze trend wordt legale cannabis uit de handen van het grote publiek gehouden en wordt het juist eigendom van een klein clubje zakelijke elite.

Uiteraard zal de beperking van de toegang tot legale cannabis voor de (tot) driehonderd miljoen wereldburgers die het regelmatig gebruiken, weinig doen om de macht van de zwarte markt te onderdrukken.

Zijn monopolies überhaupt de juiste tactiek?

Uruguay heeft een staatsmonopolie op cannabis ingesteld, al lijkt het doel wat onbaatzuchtiger dan bij de meeste andere overheden, gezien de belofte om lage kleinhandelsprijzen vast te leggen. Bovendien hebben alle burgers volgens de nationale wetgeving het recht om een bepaald aantal planten voor eigen gebruik te kweken.

De huidige situatie is echter nog lang niet perfect. Er zijn veel klachten over de kwaliteit, de soorten cannabis die beschikbaar zijn en limiet van veertig gram per persoon per maand. Daarnaast zijn er zorgen over het feit dat je jezelf moet registreren bij de overheid en daarbij je vingerafdrukken moet afstaan voordat je toegang tot cannabis krijgt.

Thuiskwekers moeten zich ook bij de overheid registreren, en tot dusver hebben slechts een paar duizend van de 3,4 miljoen inwoners zich aangemeld.

Bovendien is Uruguay actief bezig met plannen om CBD-olie voor medicinaal gebruik te gaan exporteren. De wetgeving verbiedt de commerciële export van medicinale cannabisproducten niet en daardoor is er ook kritiek op producenten met een vergunning: zij zouden zich te veel focussen op de meer winstgevende teelt van CBD-rijke hennep en te weinig THC-rijke cannabis aan de lokale apotheken leveren.

Machtige landen maakten anti-drugswetten en machtige landen overtreden ze nu…

Bijna een eeuw nadat de eerste internationale wetgeving die cannabis verbood werd ingesteld, worden diezelfde wetten nu op de proef gesteld door een aanhoudende trend richting legalisering.

Negen Amerikaanse staten staan verkoop van recreatieve cannabis nu toe, al blijft cannabis verboden op federaal niveau. Uruguay en Canada hebben de verkoop van cannabis voor recreatief gebruik gelegaliseerd, Uruguay in december 2013 en Canada in juni 2018.

De reactie van de Verenigde Naties en de International Narcotics Control Board (INCB: ‘het onafhankelijke en quasi-gerechtelijke controleorgaan voor de uitvoering van de drugsverdragen van de Verenigde Naties’) was nogal zwak en bestaat tot dusver uit enkele scherp geformuleerde verklaringen.

Uruguay negeerde zijn schending van de verdragsverplichtingen gewoon, trok zich niet terug en probeerde ook niet tot een schikking te komen. Canada schendt momenteel het verdrag en het is onduidelijk hoe dit land in de toekomst met de VN en INCB zal omgaan. Deze handelswijze beïnvloedt ongetwijfeld ook de richting die de VS kiezen wat betreft de nationale legalisering van cannabis in de nabije toekomst.

In verschillende bronnen is opgemerkt dat de legalisering in Canada waarschijnlijk meer internationale verontwaardiging zal opwekken dan die in Uruguay, omdat het een prominentere rol speelt op wereldniveau en een van de VN-lidstaten is die deel uitmaken van de G7. Aan de andere kant beschermt de prominente plaats van het land waarschijnlijk tegen serieuze strafmaatregelen.

Canada valt ook op vanwege het feit dat van alle landen met een legale markt Canada misschien wel het meest agressief op zoek is naar uitbreiding op internationaal niveau. Tilray, een grote producent van medicinale cannabis, exporteert al naar negen landen en er staan er nog twee op de planning. Zes andere bedrijven hebben ook een exportvergunning. Maar de agressieve aanpak van Canada kan in feite ook tot een enorm overschot leiden, wat weer tot prijsdalingen en faillissementen leidt.

Traditionele thuislanden van cannabis alweer de pineut

Een persoon die een cannabisblad in het bos houdt
Cannabisverdelging (© North Cascades National Park)

Veel landen kunnen overtredingen van internationale verdragen niet licht opnemen.. Sommige hebben zelfs meermaals economische en militaire sancties opgelegd gekregen, of werden internationaal verstoten wegens het schenden van VN-verdragen. De recente controverse over moedermelk binnen de VN is een bijzonder schandalig voorbeeld van hoe gemakkelijk machtige landen andere landen kunnen laten zwichten onder dreiging van weigering van militaire assistentie.

Specifiek op het gebied van cannabis hebben diverse landen nog steeds beleid om illegale handel onder controle te houden, zoals gedwongen verdelgingsprogramma’s . Over het algemeen zijn nationale overheden verantwoordelijk voor de controle op illegale drugsproductie en drugshandel. De drugsproducerende landen zijn verplicht om verdelgings- of andere programma’s te voeren, onder bedreiging van internationale strafmaatregelen, eventueel in de vorm van weigering van militaire assistentie.

De conclusie is dat er veel cannabisproducerende landen zijn die zeer voorzichtig zijn om geen internationale verdragen te overtreden vanwege strafmaatregelen die ze in het verleden opgelegd hebben gekregen. Tegelijkertijd kunnen andere, machtigere landen de verdragen straffeloos schenden, industrieën creëren en profiteren van een handelsproduct dat nog steeds buiten bereik ligt van landen die het van oudsher produceerden.

Pogingen om de ongelijkheid in de mondiale cannabissector aan te pakken

De situatie blijft natuurlijk complex. Colombia heeft bijvoorbeeld tientallen jaren onder de meest ingrijpende, gewelddadige tactieken van de wereldwijde oorlog tegen drugs geleden. Op aandringen van de VS staat het land op het punt om zijn dodelijke sproeicampagnes vanuit de lucht weer op te pakken om de bijzonder grote coca-oogst van dit jaar te vernietigen.

Daarentegen is Colombia ook doorgegaan met pogingen om medicinale cannabis te legaliseren en een legale, gereguleerde markt te creëren (tot nu toe met in totaal veertien vergunninghouders). Het land is ook van plan om in 2019 te starten met exporteren, al heeft het tegen die tijd te maken met machtige en gevestigde concurrentie.

Veel andere traditionele producerende landen haasten zich nu ook met het opzetten van moderne cannabissectoren. India, Sri Lanka, Thailand, Turkije, Lesotho, Zambia, Zimbabwe, Griekenland, Mexico, Jamaica en diverse andere landen hebben de afgelopen jaren al een bepaalde vorm van cannabislegalisering doorgevoerd.

Maar als je beter naar het eigendom van de bedrijven met een vergunning kijkt, zie je dat dit niet per se een verbetering voor de wereldwijde ongelijkheid betekent. In Lesotho bijvoorbeeld zijn de vijf actieve vergunningen in handen van (gedeeltelijk of geheel) Amerikaanse, Britse en Canadese bedrijven. Drie bedrijven zijn voor 100% in buitenlandse handen, de andere twee zijn respectievelijk voor 30% en 10% in buitenlandse handen.

De toekomst van cannabis over de wereld

Er is hoop voor de economisch minder ontwikkelde landen om hun achterstand op westerse concurrenten op de wereldmarkt in te halen. Veel traditionele cannabisproducerende landen liggen op het zuidelijk halfrond, met een uitstekend klimaat voor cannabisteelt en mogelijk veel lagere productiekosten.

Colombia heeft benadrukt dat de 12/12-lichtcyclus het hele jaar door en de stabiele temperatuur belangrijke voordelen voor de cannabisteelt zijn. Hierdoor kunnen planten namelijk het hele jaar bloeien en meerdere oogsten per jaar opleveren. India is natuurlijk een van de oudste thuislanden van cannabis ter wereld. Het land heeft misschien wel ongeëvenaarde genetische diversiteit en een ideaal klimaat om tientallen verschillende landrassoorten goed te laten gedijen.

Daarentegen zijn Canada, Amerika en Nederland noordelijke landen met korte, koele zomers en weinig natuurlijke mogelijkheden om cannabinoïden te produceren. Veel van de medicinale teelt wordt binnen gedaan, wat hoge financiële en milieutechnische kosten met zich meebrengt.

Toch is bijna zeker een strijd tussen gigantische ondernemingen nodig voor traditionele producerende landen een stukje van de wereldmarkt kunnen veroveren. In zo’n situatie worden kleinschalige, ambachtelijke producenten steeds meer bedreigd door de opkomst van grote ondernemingen overal ter wereld.

  • Disclaimer:
    Hoewel alle moeite is gedaan om ervoor te zorgen dat dit artikel accuraat is, is het niet bedoeld om wettelijk advies te verzorgen. Individuele situaties zullen altijd verschillen en moeten worden besproken met een expert en/of advocaat.

Comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Auteur

  • Profile-image

    Sensi Seeds

    De redactie van Sensi Seeds bestaat uit botanici, medische en juridische experts, plus gerenommeerde activisten zoals Dr. Lester Grinspoon, Micha Knodt, Robert Connell Clarke, Maurice Veldman, Sebastian Marincolo, James Burton en Seshata.
    Meer over deze auteur
Scroll naar top